Na vele omzwervingen - meestal op één plaats ;-) - ben ik nu hier geland. Een plek om te doen wat ik het liefste doe, en ook een plek om dat met anderen, als vriend, als leverancier te delen.
Mijn opleiding voor het schilderen en tekenen volgde ik aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam en aan de Vrije Academie Psychopolis in Den Haag.
Dit terwijl ik al van jongs af aan plaatjes maak, en me steeds weer verwonder over welke werelden je beeldend kunt oproepen. Behalve plaatjes, maak ik ook mijn leven lang al versjes, verhalen en gedichten. Het is me allemaal even lief.
Na de Kunstacademie studeerde ik Nederlandse Taal en Letterkunde, aan de Haagse Hogeschool. Daar kwam ik in contact met zielsverwanten in de poëzie. Er ontstond zelfs een Dichtersgroep, met o.a. Erik Lindner, Joera Dekker, Erzsi Hatvári, Adriaan Bontenbal en Pieter de Leeuw. Net als in het lied La Bohème vonden we onszelf geweldig. We waren jong, leefden van de wind, en we traden op in café's en clubhuizen.
In 1999 leidde dit tot publicatie van een dichtbundel - Het Wasgoed van een Onbekende Jongen. Na recensies in de PZC (door Hans Warren), Het Parool (door Adriaan Jaeggi) en De Telegraaf (door Jip Golsteijn) volgden voordrachten bij Perdu, bij Crossing Border en andere Poëziefestivals. Ook verschenen er gedichten uit de bundel in bloemlezingen.
Intussen zong ik ook en nam ik met Arie Karreman aan de piano een CD op: Levenssporen (wie heeft 'm nog?!) Met die CD in een koffertje, traden we op bij Omroep Zeeland, Porgy en Bess in Terneuzen, een Kunstmanifestatie in Oostende, tot en met een soloprogramma in de Kleine Zaal van de Arenbergschouwburg in Antwerpen.
Verder waren er de Roverbergse Tuinconcerten. In de wei stond de Feesttent, er kwamen koren, zangeressen van het Levenslied, acrobaten, straatartiesten, fakkelzwaaiers, waarzeggers en ander liederlijk volk. Hoogtepunten: Gabriella met Hongaarse folklore, Erzsi als nachtvlinder en Willem van Eekeren met zijn weergaloze Bach-Bukowski interpretatie.
In het najaar van 2017 - ik runde intussen een Bed & Breakfast in Hengstdijk - herontdekte ik het schilderen. Met name de realistische stijl, de niet alledaagse keuze voor zeer alledaagse onderwerpen waren voor mijzelf een verrassing. Ik besloot mijn huis op Oude Stoof te verkopen, op zoek naar een plek waar ik me volledig kon gaan richten op de schilderkunst.
Die plek werd Lange Nieuwstraat 24 in hartje Hulst, aan de voet van de Sint-Willibrordusbasiliek.
In het lied La Bohème van Aznavour (1924-2018) blikt hij terug op zijn artiestenjaren, op zoek naar zijn atelier van toen. In zijn verhaal is het allemaal verdwenen. In mijn verhaal, mijn leven, heb ik het juist gevonden: La Bohème.
Hulst, november 2018
Willem de Geus